Kinderen van 7 tot en met 11 jaar worden bij Scouting ‘welpen’ genoemd. De welpen spelen hun spellen in de spannende jungle en gaan met Shanti, Mowgli en de andere junglefiguren op pad waarbij ze allerlei handige dingen leren
Kinderen van 11 tot en met 15 jaar worden bij Scouting ‘scouts’ genoemd. De scouts gaan zeilen, ze koken zelf op hun eigen kampvuur en ze leren hun eigen mening te vormen.
Jongeren van 15 tot en met 18 jaar worden bij Scouting ‘explorers’ genoemd. Explorers bedenken zelf welke activiteiten ze willen doen en leren onder andere hoe je zelf een expeditie (kamp) kunt organiseren.
Jongeren van 18 tot en met 21 jaar worden bij Scouting ‘roverscouts’ genoemd. Roverscouts organiseren hun eigen kampen en activiteiten en kiezen drie uitdagingen waarmee ze gedurende hun roverscoutsperiode aan de slag gaan.