In 2015 adopteerden wij als Velpsche Woudloopers de gedenksteen bij de Geërfdenbank onderaan de Pinkenberg, vlakbij ons clubhuis.

Wij zorgen er voor dat de gedenksteen netjes blijft en we onderhouden het bloemperkje.

Die gedenksteen herinnert aan drie moedige Arnhemmers die zonder vorm van proces in Velp werden gefusilleerd op 25 oktober 1944.

Uit respect voor deze drie mensen worden ieder jaar op 25 oktober om 11.00 uur, bloemen gelegd door vertegenwoordigers van het Comité 4 Mei Velp, Stichting De Geërfden van Velp, Velp voor Oranje en leden van de Velpsche Woudloopers.

Er zijn altijd veel familieleden bij deze herdenking aanwezig.

HULP AAN ZIEKEN EN BEJAARDEN

‘Na de Slag om Arnhem, toen alle Arnhemmers de stad moesten verlaten, werd voor zieken en bejaarden geen officiële hulp georganiseerd’, vertelt mevrouw Rijgersberg-Klaver in 2009. ‘Gelukkig waren er mensen die zich hun lot aantrokken. Mijn vader, Jan Klaver en zijn vrienden Charles Mozes en Harry Kuyper behoorden daartoe.’ Ze woonden alle drie op de Geitenkamp, dichtbij Velp. Gemeenteraadslid Klaver was al voor de oorlog betrokken bij het verzet tegen het nazi-regime in Duitsland. ‘In de oorlog steunde hij het illegale werk door het inzamelen van gelden’, vertelt zijn dochter. Charles Mozes, was in 1942 gearresteerd, maar ontvlucht. Hij had ervaring als hospitaalsoldaat. Hij beheerde de apotheek van enkele huisartsen op de Geitenkamp en wist daardoor enkele Rode-Kruisarmbanden te bemachtigen. Harry Kuyper vervalste de bijbehorende papieren en het lukte hen zelfs om van de Duitsers een vrachtauto los te praten. ‘Zo verzorgden en evacueerden deze zelfbenoemde hulpverleners vele zieken en bejaarden’, vertelt mevrouw Rijgersberg met trots.

MOEDIGE HALF-JOODSE VERZETSMENSEN

Het Vrije Volk reconstrueerde wat er vervolgens gebeurde, en schreef in april 1947:

Op 18 October werd Charles Mozes op de Geitenkamp aangehouden door een Duitser. Deze vertrouwde zijn papieren niet en nam hem mee naar Velp. Falsificatie werd vastgesteld.

Een beroep op het neutrale karakter van zijn menslievende arbeid mocht niet baten. Hij werd opgesloten in het Velpse politiebureau. Diezelfde dag nog werden J. Klaver en de beide families van Mozes en Klaver door de gevreesde SD van hun bed gelicht op hun onderduikadres aan de Willemstraat in Velp.

De volgende dag, de 19e Oktober, werden bij het doorzoeken van de woning van Mozes op de Geitenkamp nog Harry Kuyper en zijn vrouw gearresteerd, die daar op de zolder waren ondergedoken. Harry Kuyper wordt verdacht van medeplichtigheid. De vrouwelijke familieleden en de kinderen werden ‘s avonds aan de grens van Velp afgezet, met de mededeling zo spoedig mogelijk te verdwijnen. Kuyper, Klaver en Mozes bleven achter in het politiebureau van Velp.

Charles Mozes en Harry Kuyper zijn beiden half Joods.

Dit heeft tot gevolg dat het aanvankelijke vergrijp van het vervalsen van papieren nu als ‘Jodenzaak’ wordt overgedragen aan de Dienststelle van de beruchte SS-er Frans Fischer in Velp. Deze laat de drie gevangenen op de avond van 24 oktober – de heer Klaver reeds met een bebloed gezicht – met een auto uit het politiebureau halen.

Op 25 oktober 1944 worden zij naar de voet van de Pinkenberg in Velp gebracht, waar zij voor de Geërfdenbank, zonder vorm van proces worden gefusilleerd. De lichamen laat men daar op het bospad liggen. Later op de avond worden deze ter plaatse door onbekenden begraven.

Op 25 oktober 1993 werd nabij de fusilladeplaats door de nabestaanden van Jan Klaver, Harry Kuyper en Charles Mozes een gedenksteen voor hen onthuld in aanwezigheid van de burgemeesters van Arnhem, Rheden en Rozendaal. Het monumentje is zodanig gesitueerd, op verzoek van de nabestaanden, dat het vanaf de openbare weg te zien is. Ieder jaar, op 4 Mei is er een plechtige herdenking bij het monument, georganiseerd door het gemeentebestuur van Rozendaal in aanwezigheid van de kinderen en kleinkinderen van de heren Klaver, Kuyper en Mozes.